• Educatief

    Educatief

Maak uw Limousin halstermak

Een effectieve methode om dieren halstermak te maken

Hiervoor gebruiken wij een zeer effectieve Frans ontwikkelde methode. Deze methode is intensief en duurt 3 dagen:

Dag 1. Ongeveer twee weken na het spenen, doet u de dieren een halster om en laat u deze dieren een gehele dag (minstens 10 uur) vaststaan aan het halster met circa 40cm vrije lengte.

Vang de dieren eerst met een touw om de nek alvorens u het halster aan de kop vastmaakt. U hoeft niet te schrikken als de gespeende kalveren erg wild zijn en capriolen uithalen. Dat is normaal gedrag en doorgaans het geval met de meeste kalveren. Gedurende deze dag moeten de gehalsterde dieren gelegenheid krijgen om te drinken en wat hooi te eten. Ieder uur loopt u even langs de dieren en probeert u er zo dicht mogelijk bij te komen en raakt u hier en daar het dier even aan.

Ook een goede methode is om even het losse eindje touw van de halster vast te houden, zodat het dier de indruk krijgt dat u het zelf in bedwang houdt. Oppassen dat het dier u niet bezeert. Rundvee heeft twee afweermechanismen, nl. de poten en de kop. Voor beiden moet u beducht zijn want sommige kalveren weten deze wapens goed te gebruiken! Aan het einde van de dag laat u de gespeende kalveren weer los en blijft u even in de nabije omgeving staan. Hierdoor wennen de kalveren aan uw gestalte en reuk. Belangrijk is om de dieren los te laten in een vrije loopruimte, in de directe omgeving van de plaats waar de dieren hebben vastgestaan. Ook is het belangrijk dat wanneer u meerdere kalveren halstermak maakt, alleen deze kalveren bijelkaar in een vrij loophok worden gedaan. Zorg ervoor dat u de dieren iets extra’s geeft en dat de dieren ’s nachts in een dikke, fijne laag stro kunnen liggen zodat zij dit ervaren als een beloning voor het zware werk!

Dag 2. De volgende dag maakt u ’s morgens de dieren weer aan het halster vast, op precies dezelfde wijze als op de eerste dag. Op deze tweede dag staan de kalveren weer de gehele dag vast voor ongeveer 10 uur. Tussendoor laat u de dieren drinken en geeft hen wat hooi. Op deze tweede dag is het belangrijk dat de dieren aan uw aanraking wennen. De tweede dag bestaat uit twee fasen. ’s Morgens het borstelen en masseren, ’s middags de eerste stapjes aan het halster en tussendoor borstelen en masseren. Voor het borstelen neemt u het best een harde borstel van kunststof  en borstelt u eerst de dieren op de rug en op het kruis en voorlopig niet aan of bij de kop.

De veiligste plaats om de aanraking uit te voeren is om stevig met uw billen in de nek, tegen de borst van het dier te gaan staan en een stevige druk uit te voeren zodat het dier niet alle kanten op kan springen. Op deze plaats is het veilig en kan het dier u niet met de kop stoten of met de poten slaan. U borstelt de dieren veelvuldig en het is belangrijk dat u zeer veel geduld hebt met de dieren en zeker niet boos wordt of de dieren agressief benadert wanneer zij zichzelf proberen te verdedigen of zich wild gedragen. Doorzettingsvermogen van uw kant is in deze fase belangrijk. Spreek ook gerust met de dieren op kalme toon zodat zij horen dat u met goede bedoeling bezig bent. Let op: Heel belangrijk is om in deze fase het dier te masseren op 3 verschillende plaatsen. Met uw vlakke hand op twee sensitieve plaatsen op de rug, waar zich zenuwenbanen samenbundelen. De eerste plaats is direct na de schouders, waar u een rond “haarkroontje” ziet. U masseert het dier zachtjes en langzaam over deze plaats. Soms kunt u de trillingen van de zenuwbanen aan uw hand voelen.  De tweede plaats is aan het einde van de rug, net voor het kruis begint. Hier ziet u niet altijd een “haarkroontje”. U masseert deze plaats op precies dezelfde manier. Zodra het kalf gewend is aan uw aanraking en het dier stilstaat, kunt u ook de nek onder en boven borstelen. Wanneer het dier zenuwachtig blijft, kunt u proberen de oogspieren te masseren met de achterkant van uw vlakke hand. U zult zien dat het dier het borstelen en masseren zichtbaar geniet. ’s Middags is de tijd aangebroken om het dier los te maken en de eerste stapjes met het dier uit te voeren.

Houdt het kalf stevig vast!  Als het niet wil lopen, geef dan korte, harde rukken aan het touw zodat zij zich het opgedane respect voor het halster kan herinneren. Loopt het dier dan nog niet, moet iemand anders het dier van achteren aanmoedigen en zo nodig de staart voorzichtig dubbelknijpen. Zorg ook dat u met het dier in een gesloten omgeving bent, zodat wanneer het dier losbreekt, het in de gesloten ruimte blijft. Het is bijzonder belangrijk dat de kalveren er niet vandoor kunnen gaan, want kalveren zijn zeer slim en één keer er vandoor is de volgende keer er weer vandoor! Een goede plaats is de voergang of een zelfgemaakte gang van hekkens, die tenminste 2 meter breed en 10 meter lang is. ’s Avonds laat u de dieren weer los in een vrij loophok met voldoende nieuw stro en iets extra lekkers om te eten. Let erop dat u geen andere dieren in het loophok toelaat.

Dag 3. Op deze derde dag loopt u  ’s morgens veelvuldig met de dieren rond. De tijden wanneer u niet met het dier loopt moet het gehalsterd vaststaan zoals op de eerste en tweede dag. U zult merken dat de dieren nu aan u gewend zijn en dat zij gewillig meelopen. Zodra de dieren gewillig meelopen, moet u het dier op uw bevel leren stilstaan.

U gaat de eerste keer pontificaal voor het dier staan en laat het op één plaats voor ongeveer de tijdsduur van 1 minuut stilstaan. U moet deze actie verschillende keren herhalen. Zodra het diergewillig in de gesloten ruimte loopt en stilstaat, is de tijd aangebroken om er buiten mee te gaan wandelen. Doe steeds dezelfde oefeningen en praat met het dier op geruststellende en aanmoedigende toon. Wanneer het dier goed presteert complimenteert u het dier daarvoor en wrijft u het dier over de nek of over de wang.

Tot slot: Als vuistregel geldt dat 70% van alle dieren dit gehele proces makkelijk doorlopen en u zult zich verbazen over de verandering van het gedrag in zo’n kort tijdsbestek! Met ongeveer 20% van de dieren zult u iets meer moeite hebben en met deze dieren moet u ook wat intensiever oefenen gedurende de drie dagen, maar het eindresultaat is gewoonlijk dat ook deze dieren goed halstermak worden. Heel kenmerkend is dat de allermooiste dieren vaak in deze categorie vallen. De laatste 10% is een moeilijke doelgroep. U kunt zelf afwegen of deze dieren wel geschikt zijn om aan een halster te lopen. Als u geduld heeft om er mee door te gaan, moet u intensief blijven oefenen met deze dieren. Echter raden wij u aan om deze dieren eruit te selecteren en niet als fokvee aan te wenden. Blijf van tijd tot tijd met de dieren oefenen en leer hen ook om op één plaats voor geruime tijd “mooi” stil te staan.

Wilt u volwassen dieren halstermak maken? Dan kan ook, maar daar hebben wij een andere effectieve methode voor. Neem gerust contact met ons op om deze methode met u te bespreken.

Heeft u een vraag of wilt u bij ons komen proeven?

Laat hier uw gegevens achter en wij nemen contact met u op